lundi 21 août 2017

Grammaire : tevreden OVER, tevreden MET; content DE / voorzetsels, preposities; prépositions / grammatica, spraakkunst / Nederlands; néerlandais

  • Emploi des prépositions OVER et AAN avec l'adjectif qualificatif TEVREDEN / Gebruik van de voorzetsels (preposities) OVER en AAN met het bijvoeglijk naamwoord (het adjectief TEVREDEN
  • Grammaire néerlandaise / Nederlandse grammatica, Nederlandse spraakkunst
---------------

Travel city poster, wall decor, Amsterdam, SetiPosters
---------------

TEVREDEN OVER (content DE)
[iets als goed beschouwen; ermee ingenomen zijn / considérer quelque chose comme bien; être pleinement satisfait de quelque chose]

Hij is tevreden over zijn schoolresultaten.
Il est content de ses résultats scolaires, il est satisfait de ses résultats scolaires.
[Hij is ingenomen met zijn resultaten, hij vindt ze heel goed! / il est satisfait de ses résultats, il les trouve très beaux!]
---------------

TEVREDEN MET
[genoegen nemen met wat men heeft, met zijn lot; niet meer verlangen / se contenter de ce que l'on a, de son sort; ne pas en demander plus]

Hij is tevreden met zijn schoolresultaten.
Il se contente de ses résultats scolaires, il se satisfait de ses résultats scolaires.
[hij neemt genoegen met het resultaat, ook al had hij misschien nog hogere cijfers verwacht / il est content de ses résultats, même s'il avait peut-être espéré obtenir des points plus élevés]

Iemand kan dus tevreden zijn met iets
terwijl hij er niet (helemaal) tevreden over is. 
Quelqu'un peut donc se contenter de quelque chose
alors qu'il n'en est pas (tout à fait) content.
---------------

Document 'Tevreden OVER/MET' en format JPEG sur Pinterest : https://fr.pinterest.com/pin/319051954843087137/


Bronnen Sources :

Th. Vindevogel, Het juiste voorzetsel, Lexicon van het voorzetselgebruik in het Nederlands, Uitgevrij Heideland-Orbis N.V., Hasselt.

Siegfried Theissen, Philippe Hiligsmann, Roland Lousberg, Nouveau dictionnaire contrastif des prépositions, français-néerlandais avec exercices, de Boeck.

Prisma van de voorzetsels, gids voor het gebruik van de juiste voorzetsel, Prisma-boeken, Uitgeverij Het Spectrum B.V., Utrecht

Taaladvies, Taalunie, Tevreden met/over : 

lundi 14 août 2017

Grammaire : PIJN AAN ..., PIJN IN ... / voorzetsels, preposities; prépositions / grammatica, spraakkunst / Nederlands; néerlandais

  • Emploi des prépositions AAN et IN avec le substantif PIJN / Gebruik van de voorzetsels (preposities) AAN en IN met het zelfstandig naamwoord (het substantief) PIJN
  • Grammaire néerlandaise / Nederlandse spraakkunst, Nederlandse grammatica
---------------
Amsterdam Skyline Paper Cut Art, HappyToasters
---------------

Pijn AAN ... ? Pijn IN ...?
---------------

Document 'Au ik heb pijn' en format JPEG sur Pinterest : https://www.pinterest.com/pin/319051954842993773/


Bronnen / Sources :
Prisma van de voorzetsels, gids voor het gebruik van de juiste voorzetsel, Prisma-boeken, Uitgeverij Het Spectrum B.V., Utrecht

jeudi 3 août 2017

Woordenschatoefening : voorwerpen in het huis; les objets dans la maison / exercice lexical / Nederlands; néerlandais

  • Exercice lexical en néerlandais / Lexicale oefening in het Nederlands
  • Thème : la maison, l'habitation, les objets dans la maison / Thema : het huis, de woning, de voorwerpen het huis
  • Nommer des objets / Voorwerpen noemen
  • Donner l'article défini : DE ou HET / Het bepaald lidwoord geven : DE of HET
---------------
Spreekwoord : Oost west, thuis best.
Betekenis men heeft misschien de hele wereld doorkruist en het goed gehad, maar men zal zich nergens beter bevinden dan thuis.
Les objets dans la maison
Comment appelles-tu les objets suivants. Mentionne l'article défini : DE ou HET?


Document 'De kamers van het huis' en format JPG sur Pinterest : https://fr.pinterest.com/pin/319051954842675328/



---------------
OPLOSSINGEN / SOLUTIONS

1) de tafel
2) het bed
3) het bureau, de schrijftafel
4) de koelkast, de ijskast
5) het bad, de badkuip
6) de stoel
7) de kleerkast
8) het boekenrek
9) het fornuis
10) de wastafel, de wasbak
11) de kast, het kastje
12) de leunstoel, de armstoel, de fauteuil
13) de computer
14) de oven
15) de wc, de closetpot, de toiletpot, de wc-pot
16) de rustbank, de ligbank, de sofa, de divan, de canapé
17) de commode
18) de telefoon, het telefoontoestel
19) de lamp (met een kap), de schemerlamp
20) de douche (uitspraak: [duʃ])
21) de televisie, de tv, het televisietoestel
22) de wekker
23) het ontbijtblad
24) de magnetron (= de microgolf, de microgolfoven [Belgisch-Nederlands])
25) het/de broodrooster
26) de mp3-cd-speler
27) het (vloer)kleedje
28) de (diep)vriezer