jeudi 27 juillet 2017

Woordenschatoefening : de kamers van het huis; les pièces de la maison / exercice de vocabulaire / Nederlands; néerlandais

  • Exercice lexical en néerlandais / Lexicale oefening in het Nederlands
  • Thème : la maison, l'habitation, les pièces de la maison / Thema : het huis, de woning, de kamers van het huis
  • Objets dans la maison / Voorwerpen in het huis
---------------
Tegel HUNNIK, buurpraatje, gekleurd keramiek
http://www.hollandsouvenirshop.nl/tegel-hunnik-buurpraatje-p-1941.html
---------------

Woordenschatoefening : de kamers van het huis
Exercice de vocabulaire : les pièces de la maison
---------------
1. Geef de naam van de kamer met behulp van de voorgestelde woorden.
2. Geef de naam van een voorwerp in de kamer met behulp van de voorgestelde woorden.



Document 'De kamers van het huis' en format JPG sur Pinterest : https://fr.pinterest.com/pin/319051954842588552/


OPLOSSINGEN / SOLUTIONS
1. de keuken / 2. de koelkast (= de ijskast)
1. de badkamer / 2 een bad, een badkuip
1. de woonkamer (= de zitkamer, de huiskamer, de living, het salon) / 2. het krukje
1. de slaapkamer / 2. de kast
1. het bureau / 2. de onderlegger
1. de garage / 2. de (lucht)band
1. het toilet, de wc / de (water)spoeling
1. de gang / 2. de deurmat
1. de eetkamer / 2. het tafellaken

Aucun commentaire:

Enregistrer un commentaire