- Exercice de base / Basisoefening
- Les mots interrogatifs : WAT?, WIE? / De vraagwoorden, de interrogatieven : WAT?, WIE?
- Exercice de grammaire : poser des questions / Grammatica-oefening : vragen stellen
---------------
Exercice grammatical / Grammaticale oefening
WAT? WIE?
Stel een vraag : vervang de
onderstreepte woorden door WAT of WIE.
Pose une question : remplace les mots
soulignés par WAT ou WIE.
01. Sonia heeft geen wagen.
....................................................................................
02. Ze drinkt een kopje koffie.
....................................................................................
03. Het boek ligt op de tafel.
....................................................................................
04. De zoon van Betty is nu
getrouwd.
....................................................................................
woordenschat ➛ getrouwd : marié
05. De kinderen blijven de hele
middag thuis.
....................................................................................
06. De wagen van de directeur
staat voor de apotheek.
....................................................................................
07. Connie wil een
nieuw huis kopen.
....................................................................................
08. Hij neemt de bus om vijf
over zeven.
....................................................................................
09. Mijn zus komt met de bus
terug.
....................................................................................
10. Peter volgt nu de Kerkstraat.
....................................................................................
11. Ze ontmoet haar buurvrouw op
de markt.
....................................................................................
12. De kleine jongen geeft een mooi
cadeau aan zijn moeder.
....................................................................................
13. Opa luistert naar de radio.
....................................................................................
14. Hans en Helma zijn weer te
laat.
....................................................................................
woordenschat ➛ weer : de nouveau, à
nouveau
15. Oma leest graag de krant
elke dag.
....................................................................................
16. Hij wil zijn broer niet
helpen.
....................................................................................
17. Morgen begint mijn vakantie.
....................................................................................
18. Volgende week organiseren ze een
groot feest.
....................................................................................
19. Ik kan de fiets niet
repareren.
....................................................................................
20. De lerares doet de kast open.
....................................................................................
woordenschat ➛ opendoen : ouvrir
---------------
02. Wat drinkt ze?
03. Wat ligt op de tafel?
04. Wie is nu getrouwd?
05. Wie blijft de hele middag thuis?
06. Wat staat voor de apotheek?
07. Wat wil Connie kopen?
08. Wat neemt hij om vijf over zeven?
09. Wie komt met de bus terug?
10. Wat volgt Peter nu?
11. Wie ontmoet ze op d markt?
12. Wat geeft de kleine jongen aan zijn moeder?
13. Wie luistert naar de radio?
14. Wie is weer te laat?
15. Wat leest oma graag elke dag?
16. Wie wil hij niet helpen?
17. Wat begint morgen?
18. Wat organiseren ze volgende week?
19. Wat kan hij niet repareren?
20. Wie doet de kast open?
03. Wat ligt op de tafel?
04. Wie is nu getrouwd?
05. Wie blijft de hele middag thuis?
06. Wat staat voor de apotheek?
07. Wat wil Connie kopen?
08. Wat neemt hij om vijf over zeven?
09. Wie komt met de bus terug?
10. Wat volgt Peter nu?
11. Wie ontmoet ze op d markt?
12. Wat geeft de kleine jongen aan zijn moeder?
13. Wie luistert naar de radio?
14. Wie is weer te laat?
15. Wat leest oma graag elke dag?
16. Wie wil hij niet helpen?
17. Wat begint morgen?
18. Wat organiseren ze volgende week?
19. Wat kan hij niet repareren?
20. Wie doet de kast open?
---------------
Pinterest : oefening : WAT of WIE? / jpeg-formaat
https://www.pinterest.fr/pin/319051954850309045/
https://i.pinimg.com/564x/ae/0c/66/ae0c6688415bae7b3025776728446c01.jpg
https://i.pinimg.com/564x/ae/0c/66/ae0c6688415bae7b3025776728446c01.jpg
Doctissimo : exercice : WAT of WIE? / format JPEG
Aucun commentaire:
Enregistrer un commentaire